Boeren in zes Nederlandse provincies geconfronteerd met strengere mestnormen en versnelde afbouw van derogatie vanaf 1 januari 2024. - Foto: Hans Banus AlgemeenNieuws

Volgend jaar ook minder bemesting in akkerbouwregio’s

Aangescherpte mestnormen en afbouw derogatie voor boeren in zes Nederlandse provincies vanaf 1 januari.

Boeren in Zeeland, Zuid-Holland, Flevoland, Friesland, Groningen en Drenthe krijgen vanaf 1 januari te maken met aangescherpte mestnormen en een versnelde afbouw van derogatie. Na de zandregio’s gelden nu ook veel kleiregio’s als nutriënten verontreinigd gebied (NV-gebied). Het areaal NV-gebied groeit daardoor van ongeveer 40% van het landbouwareaal naar ongeveer 60%. De uitbreiding van de gebieden komt vooral doordat de kwaliteit van het oppervlaktewater niet aan de normen voldoet.

In de gebieden mag vanaf 1 januari al 5% minder stikstof bemest worden. Vanaf 2025 gaat de totale gebruiksnorm voor mest met 20% omlaag in deze gebieden. Enkele gebieden die in 2023 golden als NV-gebied in de waterschapsgebieden van Hollands Noorderkwartier, Delfland en Brabantse Delta, staan niet meer op de lijst.

Advies CDM over mestnormen en derogatie

Het aanwijzen van de gebieden voor 1 januari 2024 moet vanwege de derogatie die Nederland van de Europese Commissie kreeg. Landbouwminister Piet Adema wees de nieuwe NV-gebieden aan omdat de concentraties stikstof of fosfor in het water in deze gebieden te hoog is. Agrariërs moeten daarom extra maatregelen nemen om de uitspoeling van mineralen naar het water te verminderen. Adema gaat de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) vragen om per gebied in kaart te brengen welke maatregelen boeren individueel of in samenwerking kunnen nemen om de waterkwaliteit in hun gebied te verbeteren.

Aanwijzing NV-gebieden

De selectie van gebieden is gebaseerd op waterkwaliteit en hydrologie. Deze informatie komt van waterschappen en provincies. Voor grondwaterkwaliteit komen er geen nieuwe gebieden bij. Eerder waren al zand- en lössgronden in Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg aangewezen. Nu zorgt de kwaliteit van oppervlaktewater voor extra NV-gebieden. Hierbij kijkt men naar stikstof- en fosfornormen. Als beide te hoog zijn of één te hoog is en de ecologie tekortschiet, wordt een gebied NV-gebied. Dit gebeurt als landbouw minstens 19% van de vervuiling veroorzaakt.

Derogatienorm gaat in 2025 naar 190 kilo stikstof

In de NV-gebieden geldt voor 2024 een derogatienorm van 210 kilo stikstof uit dierlijke mest per hectare, in plaats van 230 kilo zoals in niet-NV-gebieden voor derogatiebedrijven. Voor derogatiebedrijven in nieuw-aangewezen NV-gebieden betekent dit dat ze volgend jaar 30 kilo stikstof uit dierlijke mest per hectare minder mogen gebruiken dan nu. De derogatienorm in de NV-gebieden gaat in 2025 naar 190 kilo stikstof uit dierlijke mest. Daarna beëindigt de derogatie en gelden voor alle bedrijven dat er maximaal 170 kilo stikstof uit dierlijke mest per hectare mag worden gebruikt.

Lees verder onder de afbeelding

kaarten met gebieden aangewezen als Nutriënten verontreinigde gebied
In de kaart staan de percelen die zijn aangewezen als nutriënten verontreinigd gebied vanuit grondwater aangegeven. Dit betreft de zand- en lössgronden in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg. – Bron: RVO

5% minder stikstofgebruik in 2024, 20% in 2025

Alle boeren, dus ook akkerbouwers en veehouders zonder derogatie in NV-gebieden, krijgen vanaf komend jaar te maken met een korting van 5% op de totale stikstofgebruiksnormen. Dit geldt dus voor zowel dierlijke mest als kunstmest. Vanaf 2025 is dat een korting van 20% op de stikstofgift.

Geen derogatie bij Natura 2000-gebieden en grondwaterbeschermingsgebieden

Percelen in een zone van 250 meter rondom Natura 2000-gebieden en grondwaterbeschermingsgebieden komen volgend jaar niet meer in aanmerking voor derogatie. Dit jaar was dat al zo voor percelen ín deze gebieden. Nu dus ook voor de zone rondom. Daarnaast wordt de totale stikstofgebruiksnorm in grondwaterbeschermingsgebieden versneld verlaagd. Met 10% in plaats van 5% in de rest van de NV-gebieden.

Lees verder onder de afbeelding

Gebieden aangewezen vanuit oppervlaktewater

Op de kaart zijn twee soorten gebieden gemarkeerd. De helder oranje gebieden duiden op regio’s die aangewezen zijn vanwege verontreiniging met zowel stikstof als fosfor, of enkel stikstof, waarbij bovendien de biologische kwaliteit tekortschiet. De licht oranje gebieden zijn geïdentificeerd op basis van uitsluitend fosforverontreiniging, waarbij ook de biologische gesteldheid niet aan de normen voldoet. De groene gebieden zijn niet aangewezen op basis van oppervlaktewaterverontreiniging. Een gedetailleerdere kaart op het niveau van topografische percelen zal nog volgen, opgesteld door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). – Bron: RVO

‘Maximale uit beschikking derogatie gehaald’

In een brief aan de Tweede Kamer stelt Adema dat hij met de gedetailleerde aanwijzing van gebieden het maximale uit de derogatiebeschikking haalde. Hij begrijpt de brede zorgen in de samenleving en Tweede Kamer over complexe maatregelen in de agrarische praktijk. Hij meldt dat de sector opnieuw te maken krijgt met ingrijpende maatregelen.

Adema waarschuwt dat als Nederland voor 1 januari geen gebieden aanwijst, het hele land als NV-gebied wordt aangemerkt, behalve het rivierengebied. Hij zegt dat ondernemers misschien schrikken van de kaart. Adema heeft in Brussel onderhandeld voor een gedetailleerde kaart. De EU wilde de gebieden op waterschapsniveau aanwijzen, maar Adema koos voor een nauwere aanpak. Zo krijgen boeren meer controle over waterkwaliteitsverbetering.

LTO: aanwijzing onacceptabel

LTO Nederland vindt de late aanwijzing onacceptabel. Ze zeggen dat ondernemers voor 2024 niet kunnen anticiperen op beleid met grote gevolgen voor de land- en tuinbouw. LTO bekritiseert ook het over één kam scheren van alle bedrijven. LTO-bestuurder Joris Baecke hoopt op kritische blik van de Kamer. Hij erkent dat waterkwaliteit moet verbeteren, maar pleit voor stimulerend beleid voor boeren. LTO is ontevreden dat het ministerie heeft besloten om gegevens uit 2010-2013 te gebruiken om de rol van landbouw in waterkwaliteit te bepalen. Ze benadrukken dat de landbouw sindsdien veel verbeteringen heeft doorgevoerd.

Reacties

  1. Het blijkt opnieuw dat er weinig gedegen onderzoek heeft plaatsgevonden. Waddeneilanden staan aangemerkt. Hieruit blijkt, natte vingerwerk.

  2. Opbrengstbehoud bij lagere N- gebruiksnormen, kan dat ? De praktijk wijst uit van wel. Bemesting in de rij, iedereen blij !

  3. Wij zijn nu SUPER BOOS!! De aanwijzing in januari leek NERGENS op, ze doen ZOMAAR WAT. Waar is het bewijs dat de landbouw verantwoordelijk is voor de gehaltes F en S in het water????? WAAR is het oorzakelijk verband aangetoond?? Hoe kan het dat in gebieden waar NAUWELIJKS meer vee aanwezig is TOCH nutriënten zijn? De waterschappen wassen hun handen in onschuld terwijl ze goed weten dat er zoveel gebiedseigen nutriënten zijn die NOOIT verdwijnen ook niet als de LAATSTE BOER het veld heeft geruimd. We weten allemaal dat we BELAZERD worden bij het leven. Adema is een wolf in schaapskleren; hij brengt ons glimlachend aan de rand van de afgrond. LTO IS NIET BLIJ???? WAT hebben ZIJ VOOR ONS gedaan?? Laat maar zien!

  4. Op het oppervlakte water overnachten in de winter 2,5 miljoen ganzen. Volgens een geleerde schijten ze 160 gr. per 24 uur dat is 320 ton per etmaal op het land en in het water van november tot in april elke dag.
    50 duizend zijn inmiddels standvogel geworden.
    Volgens de geleerde is ganzenstront niet zo erg als koeienstront, maar toch de stront zakt naar de bodem en gaat daar rotten en produceert dan stikstof. Geachte P.J.Hoogland kun je hier ook een rekensom van maken.en omrekenen naar hoeveel koeien, varkens dezelfde uitstoot zouden hebben.
    Kortom, natuurlijk belachelijk dat deze vervuiling door natuurorganisaties en overheid nergens wordt genoemd.
    Boeren blijven een gemakkelijke prooi.

  5. En dan ook nog vreemd vinden dat t vertrouwen in deze overheid totaal weg is de ambtenaren regeren tis gewoob treiterbeleid

  6. Volgens een te maken berekening spoelt er maar 0,2 kg stikstof per hectare per jaar uit naar grond-
    en oppervlakte water.
    Rekent U even mee? De stikstofnorm voor grondwater is 50 microgram ( een miljoenste gram )
    stikstof per liter water. Dat is 50 milligram (een duizendste gram) per m3 water.
    Met regenval kan er uit-/en afspoeling plaatsvinden. 1 millimeter regen geeft 10 m3 regenwater
    per hectare. Er valt in Nederland jaarlijks ongeveer 800mm regen per jaar. Naar schatting verdampt er
    400 mm regen en de andere 400 mm regenwater spoelt uit/af naar grond- en oppervlaktewater (en
    neemt de stikstof mee.)
    400mm regen is 4000m3 regenwater per ha per jaar. Door uit- en afspoeling neemt die 4000m3 regenwater per hectare, 50 milligram stikstof per m3 mee naar grond- en oppervlaktewater. Dat is 4000 X 50 milligram = 200.000 milligram = 200 gram = 0,2kg stikstof die er per ha per jaar uit-/afspoelt naar grond- en oppervlaktewater.
    50 microgram stikstof per liter in grond-of oppervlakte water kan dus herleid worden naar een uit-/afspoeling van 0,2 kg stikstof per hectare landbouwgrond. Belachelijk weinig. Geen idee hoe de onderbouwing van het beleid waterkwaliteit eruit ziet, maar er klopt iets niet. Of de metingen kloppen niet of de rekenmethode klopt niet, of beide.

    1. de boeren zijn de zondebok, in de oppervlaktewateren krioelt het van de ganzen, die daar alles vol schijten en dan hebben we het nog niet over het niet goed gezuiverd rioolwater… er komt nu al te weinig mest op de bodem voor de groei van de gewassen, immers graskuilen hebben nu al fosfaat tekort, dat geeft tekorten bij de dieren….

    2. De EU(European Union ) waterkwaliteitsnorm voor nitraat is 50 mg/l en niet per kuub. Ooit leren rekenen P.J.?
      Het gaat dus om uitspoeling/afspoeling van 200 KG Nitraat per ha en niet 0,2 kg.
      Het antwoord op de laatste vraag is dus: inderdaad, jouw berekening klopt niet.

Beheer
WP Admin